Aanjager van regionale innovatie: Rinke Zonneveld

Interview met Rinke Zonneveld: directeur van InnovationQuarter

InnovationQuarter is de regionale ontwikkelingsmaatschappij voor Zuid-Holland. Als algemeen directeur van InnovationQuarter levert Rinke Zonneveld een belangrijke bijdrage aan de groei en vernieuwing van de economie in deze regio. De organisatie financiert vernieuwende en snelgroeiende bedrijven, assisteert internationale ondernemingen bij vestiging in Zuid-Holland en organiseert (internationale) samenwerking tussen innovatieve ondernemers, kennisinstellingen en de overheid. Op deze wijze neemt InnovationQuarter een centrale rol in in de ontwikkeling van Zuid-Holland, samen met het bedrijfsleven, tot één van de meest innovatieve regio’s van Europa.

InnovationQuarter is een initiatief van het ministerie van Economische Zaken, de provincie Zuid-Holland, de gemeentes Rotterdam, Den Haag, Leiden, Delft, Drechtsteden, Westland en Zoetermeer, de TU Delft, Universiteit Leiden en de medische centra Leids Universitair Medisch Centrum en Erasmus Medisch Centrum.

Holtrop Ravesloot was in 2013 betrokken bij de werving van Rinke Zonneveld als algemeen directeur voor InnovationQuarter. Nu vier jaar verder is er de gelegenheid samen met Rinke Zonneveld het net op te halen en terug te blikken op zijn ervaringen van de afgelopen jaren.  Hoe staat Nederland ervoor als het gaat om vernieuwing? Hebben wij de juiste leiders om innovatieve krachten tot bloei te laten komen?

Wat zijn de belangrijkste mijlpalen geweest in jouw tijd tot nu toe bij InnovationQuarter?

“Toen we hier begonnen was ik praktisch alleen. Inmiddels zijn we een organisatie van ruim 60 mensen en hebben we een behoorlijke groei doorgemaakt. Deze groei komt ook voort uit het feit dat we hebben kunnen beantwoorden aan een grote vraag binnen het bedrijfsleven naar de diensten wie we leveren. Zo zijn we gegroeid van één investeringsfonds met         €28 miljoen naar drie fondsen met in totaal bijna €150 miljoen. Afgelopen jaar waren wij één van de meest actieve investeerders van Nederland.

We zien daarnaast een toename van buitenlandse bedrijven in onze regio. Het aantal buitenlandse bedrijven dat zich in onze regio vestigt is met ruim 55% toegenomen ten opzichte van enkele jaren geleden. Met andere woorden: wij slagen erin om samen met al onze partners een gunstig vestigingsklimaat tot stand te brengen. Onze organisatie werkt ook actief aan het betrekken van grotere spelers bij onze regio. Daarbij moet je denken aan bedrijven als Airbus en Fokker, die, zoals onlangs bekend werd,  activiteiten zullen ontplooien in ons gebied. Aan de andere kant helpen wij Nederlandse bedrijven in het aanboren van internationale contacten en netwerken die leiden tot nieuwe kansen voor economische groei. Volop werk te doen dus.”

Welke uitdagingen vond je op je pad toen je je werkzaamheden bent gestart en hoe heb je deze aangepakt?

“Ons succes wordt voor een groot deel bepaald doordat we van begin af aan heel professioneel georganiseerd zijn geweest. Daar hebben we heel veel aandacht aan besteed; dat alle processen op orde waren en dat we helder en aanspreekbaar waren. Verder is voor ons essentieel dat wij niet doen aan borstklopperij, maar dat wij echt faciliterend optreden. Wellicht dat we in het begin als bedreigend werden ervaren door veel bestaande, vaak kleinere initiatieven, maar we zijn erin geslaagd op verschillende fronten de samenwerking aan te gaan.  Dit heeft de innovatiekracht en de aantrekkingskracht voor onze regio enorm goed gedaan.”

Wat zie je als de belangrijkste drijvers voor innovatie?

“Ik geloof heel sterk in ‘open innovatie’. Bedrijven moeten openstaan voor de uitwisseling van innovatieve ideeën en bij voorkeur ‘cross-sectoraal’ willen samenwerken. Op die manier kan  baanbrekende innovatie tot stand komen die een economische boost tot stand kan brengen. Maar dit vereist wel een heel andere ‘mindset’. Wij merken overigens dat bij veel middelgrote en grote MKB-bedrijven die mentaliteit ruimschoots aanwezig is. Voor grotere corporates is de samenwerking op het vlak van bijvoorbeeld R&D vaak lastiger en zie je dat de samenwerking met startups veelal wordt gebruikt om de eigen organisatie op te schudden.”

Hoe staat het Nederlands bedrijfsleven er wat jou betreft voor als het gaat om innovatie en transformatie?

“Volgens mij doen we het heel goed in Nederland. Dat komt voor een deel ook door onze natuurlijke neiging tot polderen en samenwerken. Nederlanders en ook Nederlandse bedrijven zijn daarnaast  bijzonder flexibel en wendbaar en dat helpt ons bij het zoeken naar steeds nieuwe innovatieve oplossingen en businessmodellen. Deze bijzondere innovatieve kracht geeft ons een voorsprong ten opzichte van andere landen in Europa, zoals Duitsland, maar ook ten opzichte van landen in Azië.

In heel veel sectoren is een enorme transformatie gaande door digitalisering en robotisering en de veranderingen daardoor in bestaande businessmodellen. Ieder bedrijf wordt in de toekomst een databedrijf. InnovationQuarter levert hier uiteraard een bijdrage aan door te investeren en partijen bij elkaar te brengen.

In onze regio zie ik veel bedrijven die succesvol zijn in deze transformatie, maar ik kijk ook met verwachting naar sectoren die voor grote uitdagingen staan en nog stappen moeten zetten. Neem de petrochemische industrie in de Rotterdamse Haven. Over 10 jaar zal ons energieverbruik er geheel anders uitzien dan nu. Slagen bedrijven op de Maasvlakte er tijdig in zichzelf opnieuw uit te vinden en welke stappen zijn daarvoor nodig?

Een ander voorbeeld is de tuinbouwsector. Veel bedrijven in deze sector maken op dit moment de ontwikkeling door van voedingsproducent naar een kennisintensief servicebedrijf. Een goed voorbeeld van een dergelijk bedrijf is Lely: ooit een leverancier van producten in de veehouderij en nu een hightech servicebedrijf.”

Specifiek vanuit ons vak zijn wij op zoek naar de leiders van de toekomst die innovatie mogelijk moeten maken. Aan welke criteria dienen deze leiders wat jou betreft te voldoen?

“Innovatie gedijt het best bij leiders met lef en met visie. Ondernemers die niet wars zijn van risico’s en niet uitgaan van een boekhoudermentaliteit (wat is nu het precieze voorziene resultaat), maar juist gaan voor de kansen en varen op hun ‘gut-feeling’. Een tweede belangrijke eigenschap van succesvolle innovatieve leiders is de bereidheid te delen en te willen verbinden met andere bedrijven en spelers in de markt. Daarnaast dienen leiders ruimte en vrijheid te geven aan medewerkers zodat zij zich volledig kunnen ontplooien.”

Op welke wijze kunnen headhunters of recruitment bureaus volgens jou het beste bijdragen aan innovatie en aan de belangrijkste uitdagingen waarvoor onze economie en maatschappij zich gesteld zien?

“Headhunters hebben een belangrijke rol in het invullen van leiderschapsposities van de toekomst. Mijn oproep aan recruiters is om met durf shortlists samen te stellen voor opdrachtgevers door niet alleen kandidaten te selecteren die het bedrijf van jou verwacht, maar juist ook met kandidaten te komen die verfrissend en vernieuwend zijn.

Headhunters zouden sowieso veel meer veertigers, of zelfs nog jongere talentvolle mensen moeten selecteren voor executive posities: zij zijn veel beter in staat de huidige transformatie naar data-gedreven bedrijven te overzien en mogelijk te maken.

Tot slot zouden recruiters mogen rekruteren op eerdergenoemde leiderschapskwaliteiten die het bedrijfsleven vooruit kunnen helpen: lef, durf en het zoeken naar verbinding.”

Er komt een nieuw kabinet; dat staat vast. Wat zijn wat jou betreft de belangrijkste agendapunten voor de nieuwe regering teneinde innovatieve krachten tot bloei te laten komen?

“Ik wil hier zeker niet de positie innemen van lobbyist, maar ik heb hier wel ideeën over. Ik raad een nieuw kabinet aan de verdere ontwikkeling van ‘smart industry’ te bevorderen; daar liggen grote mogelijkheden. Verder is er de afgelopen periode te zwaar bezuinigd op research en development bij universiteiten en bedrijven. Daar mag wat mij betreft geld bovenop. Voor de vestiging van buitenlandse bedrijven is het tenslotte essentieel dat de overheid de huidige 30%-regeling voor buitenlandse werknemers in stand laat.”