Wat kan een kinderboek ons leren over leiderschap? Het prijswinnende boek ‘De Kleine Kapitein’ biedt een aantal waardevolle lessen in tijden van onzekerheid. Hoe hou je bijvoorbeeld rust en overzicht in het oog van de storm? Een vraag die menig leider vandaag de dag probeert te beantwoorden. In dit artikel koppelt partner Gerald Knol de thema’s van dit kinderboek aan de recente literatuur rondom leiderschap en vertaalt deze naar de leiderschapsprofielen van de toekomst.
Paul Biegel kreeg voor het boek ‘De Kleine Kapitein’ een gouden griffel. Met dit boek bewijst hij zijn ongeëvenaarde verteltalent. Wie kent niet de kleine kapitein? Wijdbeens staat hij aan het roer van de Nooitlek, met zijn ogen op de kim. Samen met Marinka, dikke Druif en bange Toontje rolt hij van het ene avontuur in het andere.
Toen ik dit boek kreeg van een door ons geplaatste kandidaat vond ik het een magnifiek cadeau. Wat een heerlijk voorleesboek, dat zou mooie momenten opleveren samen met de kinderen. Ere wie ere toekomt, het boek kwam in deze tijd van onzekerheden en nieuwe werkelijkheden ook met een extra boodschap. Het boek ‘De Kleine Kapitein’ draagt namelijk ook de boodschap: ‘vertrouw erop dat het goedkomt’. Een toepasselijke en actuele boodschap, want een beetje vertrouwen en een paar opbeurende woorden kunnen nooit kwaad.
De afgelopen periode is de wereld wel heel dynamisch, het perspectief (met nu de tweede golf van Covid-19) is erg onzeker. De stip op de horizon? Die lijkt wel verstopt te zitten in een dichte mist. Hoe valt dit te rijmen met het volledige vertrouwen van de kleine kapitein? Die er, bij de start van zijn reis, op vertrouwt dat er wel een storm zal komen die zijn boot, van het duin, weer naar de zee zal terug dragen. Daarbij heeft zijn boot ook een naam vol vertrouwen, in een periode van schipbreuken en stormen, de Nooitlek. De kleine kapitein die als een rustpunt op het dek staat als de storm uitbreekt en de Nooitlek naar zee stuurde. De kleine kapitein blijft rustig, standvastig op het dek en neemt, vanuit overzicht, de leiding. Met zijn ogen op de kim, altijd vooruitkijkend.
Zoals Wil Foppen en Pim Steerneman in ‘Neem Leiding!’ (2017) ook aangeven vindt leiderschap altijd plaats in een context van verandering. De situatie maakt de leider. In dit geval de kleine kapitein op het dek van het schip, die de kinderen aanspoort de ketel op te stoken en zo met het schip op koers te blijven. Dynamiek en interactie bepalen de noodzaak tot leiding nemen en de manier waarop. Vanuit de matching matrix kunnen wij een goede inschatting maken van de ‘logische’ toekomstige strategische uitdagingen waar een organisatie voor staat.
Daarmee hebben we het niet over de grote onverwachte uitdagingen, zoals Covid-19. Dit soort uitdagingen komen opeens op, hebben meer dan grote impact en vragen opeens heel andere zaken van de bestuurders van een organisatie. Hoe ga je daar dan mee om? Hoe houd je de aansluiting bij degenen waar je mee werkt en datgene waar je het voor doet? Zoals Kellermann (2008) zegt, ‘leiders bestaan bij de gratie van volgers’. Samen met de mensen en tussen de mensen kom je tot onderscheidend vermogen. Ook de kleine kapitein kan het niet alleen, de kinderen helpen hem en ze doen het samen. Daarom, als de storm opsteekt, trompettert hij zodat ze kunnen aansluiten en gaan ze samen op weg.
Er zijn twee tegenovergestelde verwachtingen van de effecten van een crisis op leiderschap. Aan de ene kant is het mogelijk dat leiders meer directief worden en de controle naar zich toe trekken. Op zichzelf een natuurlijke reactie. Hier tegenover staat de opvatting dat het in het geval van een crisis juist goed is om verantwoordelijkheden te delegeren. Immers, je bent niet in staat om alles te overzien (Stoker en Garretsen, 2018), meer participatief leiderschap dus.
Het was trouwens managementgoeroe Peter Drucker die in 1946 al benadrukte:
No institution can possibly survive if it needs geniuses or supermen to manage it. It must be organized in such a way as to be able to get along under a leadership composed of average human beings.
Van belang is dus dat leiders niet te veel alleen opereren en echt samenwerken.
Maar wat kan je voorzien en wat niet? Onvoorziene uitdagingen vragen om overzicht en interactie geven Foppen en Steerneman (2017) aan. Interactie vraagt om interactieve vaardigheden. Zoals creativiteit en verbeelding. Het vraagt ook om flexibel te kunnen interveniëren en doet een beroep op iemands adaptief vermogen.
Op weg naar het eiland van Groot en Groei laat de kleine kapitein zich niet ontmoedigen, ook raakt hij niet in paniek. Hij blijft rustig en past zich aan de situatie aan, pas ’s nachts kunnen ze door de poort. Met hulp van de vloed en de kabeljauwen. Leiderschap is in belangrijke mate ook vooruit kunnen kijken. En staan voor je mensen. In termen van de kleine kapitein: altijd met je blik op de kim. De kinderen van het dek sturen en zelf op het dek blijven, wijdbeens, met overzicht, toen de draken tot leven kwamen. Onbevreesd.
Helaas kun je niet alles voorzien, maar vooruitkijken en scenario’s uitdenken helpt wel, om overzicht te houden.
Leiderschap kan niet los worden gezien van de context en die context is bovendien dynamisch. Zeker in een periode van een pandemie zoals dit jaar met Covid-19, een periode waarin ons iets overkomt dat niet beschreven staat in de boekjes of waar ‘best practices’ genoeg over te vinden zijn.
Terug naar de kleine kapitein. Ook hij komt van de ene in de andere onverwachte situatie maar is niet voor één gat te vangen. Zulke situaties vragen expliciet om overzicht, de ogen op de kim, kunnen luisteren, delegeren en ‘erop vertrouwen dat het goed komt’, dat is ook vertrouwen op anderen en je eigen kwetsbaarheid durven tonen.
Belangrijk om op te merken dat, net als in ‘De Kleine Kapitein’, erop vertrouwen dat het goed komt, niet hetzelfde is als niks doen en het je laten overkomen. Het is, vanuit overzicht en vertrouwen, vooruit blijven kijken. Ook als het vooruitzicht niet altijd even helder is. Ook dan, zonder paniek en vanuit overzicht, samen met anderen, gaat het erom kwetsbaar te durven zijn om tot goede afwegingen te komen. We zijn niet allemaal de kleine kapitein, maar het zorgvuldig contrast waar we naar op zoek zijn bij de leiders die ons naar de toekomst helpen wordt wel helder vanuit deze boodschap. Naast alles wat gezegd is zijn we ook vooral op zoek naar mensen die de toekomst samen willen vormen, weten waar ze goed in zijn en, nog belangrijker, het lef hebben om kwetsbaar te zijn over de zaken waar ze minder goed in zijn en dan ook om hulp vragen.
Holtrop Ravesloot denkt, vanuit haar methodiek van de matching matrix, graag met u mee daar waar het gaat om de leiderschapsprofielen van de toekomst. Vanuit a careful contrast beseffen wij als geen ander, dat het toekomstbestendige profiel voor uw organisatie een eigen contrast meebrengt daar waar het gaat om de optimale discrepantie en mix van leiderschapsprofielen.
Daarmee ondersteunen wij u graag in het vertrouwen en inzicht om door de Covid-19 periode heen te komen, ook nu een tweede golf ons in z’n greep heeft, en het perspectief op de tijd hierna.
Gerald Knol, partner
Holtrop Ravesloot
020-6470201 en gerald.knol@holtropravesloot.nl